Zwijg en spreek waarachtig

Mijn ouders hadden een gelukkige liefde.
Toen ik mijn moeder vroeg naar het geheim van hun geluk antwoordde ze: “Ach ja Yvonne, je moet de dingen ook met elkaar bespreken. Het is belangrijk om op tijd een goed gesprek met elkaar te voeren over belangrijke zaken”.
Ik stelde dezelfde vraag enkele weken later aan mijn vader. Hij dacht even na en zei bedachtzaam: “weten wanneer ge moet zwijgen” (en maakte er verder geen woorden meer aan vuil).
En zo was het; mijn moeder hield op tijd goede gesprekken, mijn vader wist wanneer te zwijgen en de liefde bloeide.

Ik zie in veel organisaties dat de liefde niet bloeit. Medewerkers worden regelmatig op onhandige wijze op hun fouten gewezen. Of er is een werkcultuur waarin het juist heel moeilijk is om lastige dingen met elkaar te bespreken. Of niemand weet raad met complimenten.

Soms wordt niet met elkaar, maar vooral over elkaar gesproken. Een vriend van me kwam onlangs in zo’n organisatie terecht. Er werd voortdurend macht en invloed afgetast en positie bepaald, onder andere door te praten over anderen, en dan vooral over de tekortkomingen van de afwezige(n). “Het is een beetje een politieke organisatie”, verzuchtte hij. Er was alertheid en wantrouwen. Hij lag regelmatig wakker wanneer hij eigenlijk wilde slapen.

In veel managementtrainingen is er aandacht voor luistervaardigheden. Daarnaast kun je oefenen hoe je kritiek of persoonlijke feedback aan iemand geeft. En soms kun je zelfs leren hoe je complimenten geeft en ontvangt. Maar wanneer te spreken en wanneer te zwijgen?

In de training ’Kalmeer je holbewoner’ van de afgelopen maanden oefenden de deelnemers met nuttige richtlijnen rondom de principes “Luister diep en spreek waarachtig”.  Het zijn richtlijnen om te onderzoeken wat je eigen communicatiegewoontes zijn. Daarnaast helpen ze te voorkomen dat je over iemand roddelt of kwaadspreekt.

Hier twee simpele, maar uitdagende richtlijnen:

1. Spreek een week lang niet over een persoon die niet aanwezig is bij het gesprek dat je voert.
2. Als je over een afwezige persoon spreekt: spreek dan over diegene op dezelfde manier als je het doet als hij/zij bij het gesprek aanwezig is.

Je kunt een week lang richtlijn één proberen; daarmee kun je veel ontdekken.
Of kies voor richtlijn twee.
En mocht het nuttig voor je zijn, dan combineer je beide richtlijnen: als mogelijk doe je richtlijn 1, en anders stap je over op richtlijn 2.

Ik ben echt heel benieuwd naar je ervaringen. Wat ontdek je? Hoe is het privé? Hoe gaat het op het werk? Fijn als je me erover wilt berichten.
Wil je privé antwoorden? Mail naar contact@yvonnetraint.nl