Mijn deelnemers zijn resultaatgerichte professionals. Het komt regelmatig voor dat ze in een kennismakingsgesprek zeggen: Yvonne, ik aarzel. Ik ben namelijk een vrij nuchter type. Is dat Mindfulness niet te zweverig voor mij?
De mensen die deze vraag stellen zijn vaak snelle en grage denkers. Ze zijn rationeel, slim van geest. En vaak komen ze bij mij omdat diezelfde slimme geest hen regelmatig op sleeptouw neemt. Hun geest vertelt hen bijvoorbeeld dat er van alles moet (en ook dat het perfect moet). De geest formuleert hoge eisen. Het denken biedt eindeloze rampscenario’s aan op welke wijze de dingen fout kunnen gaan. Er zijn gedachten of fantasieën over hoe het beter zou kunnen, of er komen regelmatig overtuigingen voorbij, die met onzekerheid, angst of uitputting gepaard gaan.
Deze mensen raken door hun denken regelmatig flink op drift. Ze zweven overal en nergens heen.
Mindfulness zet je met beide benen op de grond. Je ziet wat je doet: ah! Mijn rijke geest is aan het rampscenarioën.
Je laat de scenario’s weer gaan (“en een prettige dag verder gewenst”).
Je kijkt om je heen.
Je proeft je stukje Lindt-puur-met-chili-chocola. Een asperge.
Er is een wereld van verschil tussen denken en merken dat er gedachten zijn. In dat laatste zit ruimte. Dit oefen je in aandachtoefeningen. Je oefent in het gewaarzijn van een gedachte. Je valt niet samen met het denken. Je kunt je gewaar zijn van een gedachte en deze weer laten gaan. Je kunt er ook voor kiezen om de gedachte te volgen, om te zetten in actie. Je kiest met beide benen op de grond.
En wat bedoel ik met ” in dat laatste zit ruimte?” Mijn supervisor Frits Koster gebruikt regelmatig het beeld van je hand pal voor je gezicht. Hij vraagt: “Wil je je hand eens pal voor je ogen houden? Hoe goed zie je de hand? En als er een muisje toevallig in de kamer rond trippelt: hoe goed zie je dat muisje met je hand tegen je neus aan?
Wil je je hand vervolgens eens 10 of 20 cm verder weg plaatsen van je gezicht? Hoe goed kun je je hand waarnemen? En het muisje in de kamer?”
Ruimte dus. En met beide benen op de grond.
Eén van mijn deelneemsters zei na haar training: “Ik ben van huis uit geen yogameisje, maar ik ervaar deze cursus niet als zweverig. Het zijn praktische technieken tegen dagelijkse gekte.”
En zo is het.
Voor deze weken, als het je aanspreekt: wees opmerkzaam op de momenten, dat je geest je op sleeptouw neemt en jij elders heenzweeft. Merk waar je heenzweeft.
Hartelijke groet,