De vorige twee Mzines schreef ik over de kunst van het loslaten. Deze keer: hoe laat je op het allerlaatste moment los, als een geliefde sterft?
Meestal kun je niet oefenen, hoe je een geliefde laat gaan als deze het leven verlaat. Ik maakte enkele keren een sterfproces mee, als hospice vrijwilliger en als familielid. En hoorde een tijdje terug een inspirerende lezing van Piet van Leeuwen, hij was jarenlang werkzaam als hospice arts in Vleuten. Hieronder een paar ervaringen.
Er wordt door kinderen wel tegen een ouder gezegd: “Mam, je kunt gaan, laat het maar los”.
Ik heb me altijd wat ongemakkelijk bij deze tekst gevoeld. Het is denk ik zeer liefdevol bedoeld om ruimte te geven, en toch: het lijkt erop dat je als kind dan weet, dat je moeder moeite heeft met het loslaten van familie, of het leven, en dat je haar daar advies in moet geven. Terwijl dat sterven een mysterieus proces is: hoe weet je, ook al ben je iemands dochter, dat de ander nog wil vasthouden? En wie ben jij, ook al ben je iemands dochter, om de ander toestemming te geven om te gaan?
Ik denk altijd als ik het hoor: zou ik een moment van liefdevolle ergernis hebben, als mijn kind dat tegen mij zegt?
Misschien ben ik wat te streng nu, maar mijn boodschap is eigenlijk: kijk vanuit welke intentie je dit zegt.
Piet van Leeuwen noemde in zijn lezing dezelfde tekst. “Ik zag dat kinderen hun moeder bijna toeriepen: ‘laat maar los’. En soms gebeurde dat terwijl ze hun moeder daarbij uit alle macht vasthielden en zich aan haar vastklampten.”
Hij schat in dat kinderen soms zo reageren uit een mix van onmacht, ongeduld, en/of onvermogen om lijden onder ogen te zien. “Ik moest hen dan soms letterlijk scheiden van hun moeder en uitnodigen om liefdevol afstand te nemen. Te waken, mijmeren en verder niets.”
Zelf zat ik in het hospice een keer aan het bed van een stervende man. Ik had hem leren kennen als een wat afstandelijke man. Die nacht zocht hij contact, met de kleinstmogelijke signalen. Mijn hand op zijn arm waar hij naar toe neeg. Een hele kleine draaiing in mijn richting. Een kwartier later veranderde het. Een hele kleine subtiele weg-beweging als ik zijn arm of hand voorzichtig aanraakte. Hij leek meer in zichzelf te keren. Het leek me tijd om lichamelijk los te laten.
Piet gaf in zijn lezing mogelijke alternatieve woorden voor de aansporing: “Je mag gaan mam, laat maar los!”.
Zijn suggestie:
Ik hou van je
Vergeef me
wetende dat je de ander ook pijn hebt gedaan en niet altijd recht hebt gedaan.
Ik vergeef jou
omdat de ander jou niet altijd recht heeft gedaan.
Dank je wel
voor wat je deed, wie je was.
Vaarwel