Ik lig wakker van het mobielgebruik in ons gezin.
We kijken tegenwoordig met mobiel in de hand naar t.v. Om de reclames op te vangen. Of om samen met je vrienden die een dorp verderop wonen een voetbalwedstrijd te kijken en becommentariëren. Zoon checkt zijn mobiel tijdens huiswerk. Voor het slapengaan.
Gesprekken erover schieten nog niet zo op. Ik zoek naar argumenten en woorden, maar ik kan niet zo goed duidelijk maken waar ik ongerust over ben. “Je kunt je minder concentreren”, zeg ik.” We worden afhankelijk”, zeg ik. “Met mate is beter”.
Maar wat ik eigenlijk bedoel is: we lopen voortdurend zo van onszelf weg.
Ik twijfel: bespreek ik het, of stel ik regels? De zoon staat op de rand van volwassenheid. Moet ik niet eerst van mijn eigen rsi klachten (door overmatig laptopgebruik) afkomen? Valt het mee, is het gewoon deze tijd? Maar ’s nachts lig ik er wakker van.
In een boek van Pema Chödrön vind ik een verwoording van mijn zorg. Ze beschrijft, hoe we altijd opgescheept blijven met ’een uitgesproken geval van kriebels’. “Onder je gewone leven, al het praten en al het bewegen, alle gedachten in je hoofd, ligt een fundamentele houvastloosheid. Deze pruttelt de hele tijd vrolijk door. Je ervaart haar als rusteloosheid en prikkelbaarheid. Of je ervaart haar als angst. Ze kan de drijfveer van passie, agressie, domheid, jaloezie en trots zijn. Maar het komt maar zelden voor dat je tot de essentie ervan doordringt.”
Het loont om deze rusteloosheid te leren kennen, weet ik uit eigen ervaring. Om rust te vinden in houvastloosheid. Als je meteen afleiding zoekt in praten, in doen, in denken, of in mobielgebruik, heb je kans dat je je altijd door het leven spoedt en je jezelf moeilijk echt kunt ontspannen.
Hoe leer je deze rusteloosheid kennen?
Door je aandacht te richten. Dit doe je in mindfulnessoefeningen, maar je kunt het ook in je dagelijkse leven doen. Je richt je aandacht op je rusteloosheid, en je laat na om meteen in de actie te schieten. In plaats daarvan let je op. Je grijpt niet meteen naar amusement als je een golfje verveling voelt opkomen. Je vult niet onmiddellijk een gat alleen maar omdat er een gat is gevallen.
Wat levert dit op?
Je leert jezelf kennen en je leert vriendschap te sluiten met jezelf en alles wat er in je is. Je kunt in contact komen met zowel rusteloosheid als een gevoel van ruimte. Je volgt niet meteen al je impulsen om afleiding zoeken of je innerlijke kriebels af te reageren op je omgeving.
Je raakt op je gemak met jezelf. En dat is werkelijk nuttig: jij bent degene die je hele leven bij je blijft.
Wat me doet denken aan een liedje van Harrie Jekkers: ik hou van mij, leuk! (ik hou van mij en ik laat mij nooit meer gaan)
Terwijl ik dit schrijf, wordt ik belaagd door een zoon met overduidelijke kriebels. “Ik verveel me”, zegt hij na een uur mobielturen en start een kussengevecht. “Waar voel je verveling in je lichaam?” piep ik tussen twee aanvallen door.
Misschien wil je deze weken het volgende experiment doen;
Kijk op welke momenten jij naar je mobieltje grijpt en wordt nieuwsgierig. Observeer met mildheid, zonder dat je het anders hoeft te doen, wat er gebeurt. Is er een aanleiding van buiten? Van binnen? Kun je nalaten om je impuls tot mobielturen vanuit rusteloosheid meteen te volgen? Kun je nieuwsgierig zijn naar vage of uitgesproken kriebels?
Ik hoor graag je ervaringen,
Wil je privé antwoorden? Mail naar contact@yvonnetraint.nl
Bijzonder hartelijke groet,
Yvonne van Iersel
yvonnetraintMINDFULNESS