Snor

​​Ik zit in de tandartsstoel en kijk in de spiegel.
Jeetje, echt wel snorharen!
Ik vertel mijn bevindingen aan de mondhygiëniste.

Ze lacht: ‘ja dit zijn goede spiegels.
Ik doe mijn wenkbrauwen hier ook altijd.’

Ze gaat aan het werk.
Joehoe, ze is tevreden over mijn ragerdiscipline!
Ik ontspan als vanzelf – behalve wanneer ze gevoelige tandhalzen nadert. Dan concentreer me op mijn adem en ontspan bewust telkens opnieuw. Hoera mindfulness.

Nadat ze klaar is zeg ik tegen haar: ‘ik ga zo meteen in de auto direct die haartjes wegwerken.’
‘Wacht maar even’ zegt ze. ‘Waar is je pincet?’

Ze buigt zich weer over mijn gezicht.
‘Ik doe het ook altijd bij mijn moeder.
Ze kan zelf niet meer zo goed haar pincet vasthouden.’

We vallen stil.
Zij geconcentreerd, ik opgetogen.
Als ze klaar is huppel ik weg.

Een klein onnodig spontaan liefdevol zorg-gebaar met grote impact.
Ik huppel na weken nog steeds van binnen als ik eraan denk.
En ik rag als de beste.
Veur eur. Veur eur!*

 

Hartelijke groet van Yvonne.

 

* Uit “De wilde boerndochtere” van Ivan Heylen

 

Call Now Button