Hoe spreek ik?
Mijn broer lijkt op mijn moeder: hij houdt van praten, reflecteren, ervaringen delen.
Ik denk dat mijn jongste zus en ik iets meer naar mijn vader aarden.
Zeker toen ik jong was hield ik vooral van luisteren.
“Hoe is dat voor u?” vroeg mijn broer in een moeilijke periode aan mijn vader. “Ja Joost….”, schokschouderde mijn vader. Geen taal.
Soms hadden we het met ons pap over moeilijke dingen: de gezondheid van hem en ons mam, moeilijke beslissingen die genomen moesten worden.
‘Het klotegesprek’ liet zich mijn vader daarover een keer ontvallen – een woord dat hij nooit gebruikte, we schrokken ervan.
Met die titel zetten we het daarna in de agenda.
In mijn trainingen nemen mijn deelnemers plaats tegenover elkaar en mediteren in gesprek.
Tijdens het spreken en tijdens het luisteren lassen ze pauzes in. Ontspannen.
Ze letten op: wat gebeurt er? Wat is mijn neiging?
Zo worden ze gewaar van hun automatische luister- en spreek-gewoontes.
Bijvoorbeeld de gewoonte om meteen stiltes te willen vullen.
Of grapjes te maken als het spannend wordt.
Fel uit te halen.
Oordelend te luisteren.
De neiging om altijd oplossingen voor te stellen.
Of de negatieve kant uit te vergroten.
Jezelf onderuit te halen.
Je in te houden.
Te reflecteren.
Stil te zijn.
Je zitkussen tegenover je medemediteerder is een geweldige coachingsplek.
Je ziet helder je spreek- en luistergewoontes.
Je laat los wat onhandig is.
Je probeert nieuw luister- en spreekgedrag uit.
Waardevol?
Pauzeer en ontspan deze week voordat je iets zegt.
Wees nieuwsgierig naar je gewoontes.
Heb een goede week, hartelijke groet van Yvonne.