Begin 2019 doe ik een fijn voornemen: ik wil moeiteloos een lekkere appeltaart leren bakken.
Op het moment van mijn voornemen vind ik appeltaart bakken een rotklus. Ik kan het niet.
Ik doe het wel eens, 1 maal per jaar.
Op zo’n bakmiddag vind ik mezelf altijd wel op een moment terug, waarop het werk ongemerkt is gaan stropen en ik tot stilstand ben gekomen.
En om me heen kijk.
Mijn handen zijn te heet. De zon schijnt te hard op het aanrechtblad. Het deeg is te plakkerig. Of toch te droog. De keuken is te wit van het bloem. De chaos is te groot. De repen die op de appels moeten zijn te dun, te brekerig.
Van binnen ben ik te hopeloos en ineens heel moe.
Dus het is een project! En het blijkt een geweldig project waar ik veel van leer. Ik mail mijn avonturen naar een paar bakvriendinnen. Hier het verslag van appeltaart 4 op 11 maart 2019:
De hele week al gedacht: het wordt tijd voor een appeltaart! Dit keer gezorgd dat ik genoeg appels in huis had. Zondagochtend: hup!
Ik leerde belangrijke dingen over het aanleren van een nieuwe vaardigheid:
In de Mindfulnesstrainingen werken we met bovenstaande principes. Deelnemers leren nieuwe gewoontes (mediteren, pauzeren, met open aandacht bij de ervaring van dit moment zijn, gelijkmoedigheid, mildheid, luisteren, stoppen). oude gewoontes zijn vaak hardnekkig en nieuwe gewoontes groeien langzaam en op grillige wijze. Daarom zijn bovenstaande principes belangrijk. Ze helpen in het leren en in het groeien. En: we nemen rustig de tijd. Net als ik. Mijn bakproject gaat het tweede jaar in. Ik ga dit jaar appeltaart afwisselen met worteltaart. Afgelopen zaterdag de eerste worteltaart gebakken. Gisteren zei mijn lief: “Ik heb even een lepel gepakt, dat ging toch makkelijker.” |